“Je vindt me toch niet zielig hè?” Dat was het eerste wat mevrouw tegen preventie-assistent Sule Uysal zei toen ze met elkaar kennismaakten. Mevrouw vindt het moeilijk als mensen medelijden met haar hebben. Ze heeft altijd uitstekend gefunctioneerd, zelfs met het gemis van een arm. Dat ze nu vanwege haar dementie in een zorginstelling woont, verandert daar niets aan. Ze laat zich daarom niet snel helpen. Ook preventie-assistent Sule merkte dit. Ze vertelt over haar speciale band met mevrouw.
Even met je praten
“Bij mijn eerste bezoek aan mevrouw om haar gebit te reinigen, stuurde ze me weg. Ze vond het niet nodig. Maar ik gaf niet op en probeerde het na een paar dagen nog eens. Toen ging het al beter. ‘Ik weet dat je zelf je gebit kunt schoonmaken, maar ik wil alleen even met je praten’, zei ik. Dat vond ze goed en ze liet me uiteindelijk zelfs toe in haar mond.
Vijf kilo aardappels
Mevrouw mist van jongs af aan haar onderarm, maar dat is bijna niet te merken. Bovendien hadden haar ouders haar geleerd dat ze niet anders was dan de rest. Dit gaf haar zoveel zelfvertrouwen dat ze jarenlang een succesvolle eetzaak runde, waar ze elke dag vijf kilo aardappels schilde. Af en toe zie ik dat ze haar nagels lakt. Ik vind het bijzonder om te zien hoe makkelijk ze dit met één arm doet. Ze is ook prima in staat om zelf haar gebit te reinigen, maar door haar dementie vergeet ze dit vaak te doen. Daardoor heeft ze toch mijn hulp nodig.
Een knuffel en een kus
Inmiddels heb ik mevrouw vaker bezocht waardoor onze band hechter is geworden. Als ik nu bij haar langsga, geeft ze me een knuffel en een kus. Ze is altijd blij om me te zien. Ik merk wel dat ze de laatste tijd achteruitgaat. Soms herkent ze me niet meteen, maar als ik zoals gewoonlijk zeg ‘Dag mevrouw, ik ben er weer’, dan weet ze het weer.
Heel speciaal
Doordat ik aandachtig luisterde naar haar verhalen en mijn begrip toonde voor het feit dat ze het liefst alles zelf wil doen, begon ze mij te vertrouwen. Daarom mocht ik toch haar gebit reinigen en haar mond controleren. ‘Dank je wel, mijn gebit voelt nu veel frisser’, zei ze dankbaar. Ik vind het heel speciaal dat mevrouw mijn hulp heeft aanvaard, terwijl ze zo graag haar zelfstandigheid wil behouden. Ik ben blij dat ik haar vertrouwen heb gekregen.”